Marlies en ik hebben een geschiedenis die voor mij begon in 1989 bij galerie Apunto in Amsterdam. Ze presenteerde daar haar tekeningen losstaand op planken aan de wand. In plaats van dat ze aan de wand hingen kon je de tekeningen bekijken alsof het boeken waren die je mee kon nemen, en dat gaf gek genoeg een heel nieuwe kijk ervaring.

Twee jaar later zag ik haar tekeningen weer in 'op ware grootte' in het Stedelijk Museum, een tekeningententoonstelling die georganiseerd was door Jurrie Poot. Daar lagen ze op een vlakke tafel, wat mij betreft een iets moeilijkere opstelling, hoewel de presentatie zich daardoor effectief onderscheidde van de andere deelnemers. De tekeningen fascineerden mij, maar ik kon de betekenis nog niet heel goed vatten. Ik vertrok dan ook wat onrustig. Wat mij betreft waren het de beste werken in deze veelomvattende tentoonstelling, maar ja, waarom dan.

En zo gingen er weer wat jaren voorbij totdat ik in mijn galerie in Amsterdam een tentoonstelling ging maken over 'kunstenaarskunst'. Werken die vooral door andere kunstenaars gewaardeerd werden. Ik zal niet te veel ingaan op dit begrip, dat zou nu te ver voeren. Ik noem het hier omdat ik voor die tentoonstelling Marlies wilde uitnodigen, wat mij weer de gelegenheid gaf om bij haar een atelierbezoek af te leggen. Dat is een van de grote pluspunten van het voeren van een galerie: het brengt je naar de bron van de kunst, het atelier van de kunstenaar.

Op haar atelier had ik eindelijk de tijd om Marlies te bevragen over de achtergrond van haar werken. Ik zal niet zeggen dat dat meteen lukte. Als voorbeeld laat ik een aantal tekeningen uit deze tijd van haar zien: Die werken gaan naar mijn idee over intimiteit en sensualiteit. Ze zijn verstild, heftig, geconcentreerd, vrouwelijk, confronterend én architectonisch zoals te zien is in het werk van de laatst tekening en het werk van Spilliaert.

Marlies is zeer terughoudend, bescheiden, voorzichtig, hoe je het maar noemt, over haar beweegredenen die leiden tot het maken van de werken.

U ziet het denk ik wel als u kijkt naar de werken hier aan de wand. De betekenis van wat je ziet openbaart zich niet zomaar. Zeker als je de werken nog niet eerder zag denk ik dat je, net als ik indertijd, het even moet laten bezinken.

De werken vragen of dwingen om aandacht en tijd. Daarmee gaat Marlies radicaal in tegen de snelheid die de laatste jaren haar intrede in de maatschappij heeft gedaan. Zelf vraag ik me wel eens af hoe jonge mensen hun woorden en zinnen zo snel kunnen uitspreken, alsof er een horde vijanden achter ze aan zit. Nou, Marlies doet daar niet aan mee. Ik moet, kijkend naar de werken, vaak denken aan het boek 'Stil de tijd' van Joke Hermsen. Daarin bespreekt Joke Hermsen het begrip tijd bij filosofen als Bergson, in relatie tot verschillende composities en kunstwerken. Heel verhelderend.

Om u wat handvatten te geven bij het bekijken van de werken hier in de tentoonstelling kan ik vertellen over de ansichtkaarten van werken uit de kunstgeschiedenis die ik zag in haar atelier. Veel madonna's uit de middeleeuwen en de renaissance, veel gewaden in prachtige kleuren, allemaal heel verstild. Daarnaast zag ik daar ook objecten die ze op het strand in de buurt van haar woning vindt. Daarbij gaat het haar denk ik om de vormen en de kleuren. Al deze beelden reduceert ze tot lijnen. Kleur heeft ze oorspronkelijk, in haar vroege werken, gebruikt, daarna lange tijd niet, en nu lijkt die kleur toch weer terug te komen. Misschien nog goed om te vermelden dat Marlies bij de Rietveld academie een textiel opleiding heeft gedaan, die terug te vinden is in haar fascinatie voor plooien en stoffen. Voor wat betreft de werken die hier in deze tentoonstelling hangen kan ik het beste citeren uit een brief die ze stuurde aan haar galeriehoudster in Berlijn:

'Plooien hebben altijd mijn interesse gehad zoals je in mijn eerdere tekeningen zag. Bij het maken van tekeningen als antwoord op een schilderij van Jan van Eyck realiseerde ik mij hoeveel gelijkenis er is tussen de plooien van de gewaden in het schilderij en de welvingen van de bergen. Ik herinnerde mij het moment dat ik voor het eerst sneeuw op een berg zag in Zwitserland, namelijk op De Jungfrau. De Jungfrau en de madonna van Van Eyck gaven me dus een nieuw startpunt voor deze serie. Ik ging weer terug naar Zwitserland om de Jungfrau nog een keer te zien en ik was vooral gegrepen over de manier waarop het licht viel op de bergen.' En ze gaat verder, heel interessant, vind ik: 'Mijn grootste taak tijdens het proces van tekenen, was om vrij te komen van het herkenbare beeld van de berg.' Einde citaat.

Denkt u aan de combinatie van de kleur en de plooien in de gewaden bij Jan van Eyck en de schaduwen tijdens een zonnige winterdag op de Jungfrau bij het kijken naar deze tentoonstelling. Het raster, de steeds opnieuw gebruikte ondergrond waarin subtiele veranderingen plaatsvinden, veroorzaken samen de zo gewenste verstilling. Misschien willen de meeste mensen na een winter in lockdown terug naar de festivals en volle terrassen, voor diegenen die verlangen naar een maatschappij waarin een zekere vertraging zal zijn opgetreden is hier de juiste sfeer te vinden.

Anneke Oele