De schilderijen van Beppe Kessler
Kijk, zegt Beppe Kessler op een gegeven moment, en ze
wijst door het raam naar buiten.
ÔOch, jammer, het is alweer voorbij.Õ
Ze wilde me laten zien wat de
zon op het besneeuwde ijs op het water veroorzaakte aan kleur en licht.
Vanmorgen, zegt ze, was het
hier zo mooi: de ongerepte sneeuw. Jammer genoeg is er nu alweer een boot door
het ijs heen gevaren en is het mooiste voorbij. Al pratend neemt ze dus
voortdurend de verandering van het licht, binnen en buiten, waar. En ze wil d‡t
wat ze ziet het liefst ook aan anderen laten zien.
Haar atelier ligt ideaal aan
het water. Door het spiegelende oppervlak van het water verandert het buiten
doorlopend. Het water neemt de kleur van de atmosfeer aan waardoor ze nooit
gebrek aan inspiratie heeft. Kleur is namelijk een grote inspiratiebron. Ze
vertelt dat ze een absoluut geheugen voor kleur heeft.
Als ze iets ŽŽn keer gezien
heeft: het blauw van een woonboot, het geel van koolzaad, vergeet ze het nooit
meer.
Ze is zeer gevoelig voor
atmosfeer, maar ook voor materiaal.
Hoe maak je nu met zo weinig
mogelijk middelen een zo krachtig mogelijk schilderij om mensen deelgenoot te
maken van je prachtige herinneringen.
Daar gaat het Beppe Kessler
om, en gezien de subtiliteit van wat ze ziet en ervaart is dat bepaald geen
eenvoudige uitdaging.
Je zou je ook kunnen
voorstellen dat po‘zie
daarbij uitkomst biedt. Maar dat
is haar instrument niet. Ze heeft doek en verf nodig, niet zomaar doek, maar
doek met een gevoelswaarde.
En niet zomaar verf of een
kleur, maar een kleuroppervlak dat beweegt en dat voortdurend aan verandering
onderhevig is, net als de kleuren buiten.
Woorden en begrippen die
steeds opnieuw langskomen in een gesprek met Beppe Kessler over haar werk:
Afstand, beperking, experiment,
onderzoek, eenvoud, ruimte, stilte, impressie, materiaal.
Laten we er eens een paar
nader bekijken, bijvoorbeeld:
Onderzoek
Het onderzoek betreft als
eerste de drager van de verf, het doek.
In eerste instantie zie je
een landschap, een leeg landschap, ruimte. Na het werk nog eens goed van
dichtbij te bekijken zie je iets vreemds. Het doekje is opgesplitst in twee
delen. Het bestaat uit twee aan elkaar gestikte verschillende soorten stof. De
drager kan bestaan uit een deel katoen en een deel wol. Dat heeft dan tot
gevolg dat het schilderij gaat werken, bewegen. De verf gedraagt zich totaal
anders als het opgebracht wordt op wol, dan wel op linnen. Wol zuigt meer
bijvoorbeeld. Ook het deel met wol als drager lijkt iets dikker, dus komt wat
meer naar voren. De naad die ontstaat door twee verschillende materialen aan
elkaar te zetten kan op het schilderij als de horizon functioneren. Door het
verschil in materiaal ontstaat er soms bovendien een atmosferische overgang
tussen de kleuren.
Voordat Beppe ertoe overgaat
de drager op deze manier te construeren heeft ze alles onderzocht, de werking
van het gebruikte materiaal, de manier waarop een grondlaag opgebracht moet
worden, de manier waarop verf (altijd acryl) reageert enz.
Beperking
In de beperking toont het
werk zijn kracht. Beppe Kessler is niet iemand van het grote gebaar, eerder van
de subtiele verbeelding.
Op dit moment wil ze dat het
werk een relatie blijft houden met de menselijke maat. De ruimte die ze wil
verbeelden zit hem niet in de maat van het schilderij. Dat blijkt wel uit het
werk Donkerte uit 2007. Het is piepklein maar heeft de ruimte van een fries
landschap. Je kan je voorstellen dat je je in het landschap begeeft als je
ervoor staat, hoe klein het doek ook is.
Beperking zie je ook in het gebruik
van de verf. Na het opspannen van het doek vraagt ze zich meteen af of het zo
niet genoeg is. Moet er nog verf op en hoeveel dan? Na het opbrengen van kleur
in verschillende lagen, zodat het gaat leven, gaat ze er in veel gevallen toe
over om de verf weer af te schuren, soms letterlijk met een schuurmachine. Dat
heeft onder anderen geresulteerd in werk ÔVersnedenÕ uit 2004, waarbij ik me,
ernaar kijkend, niet kan onttrekken aan de gedachte dat er een zwaar stuk steen
aan de muur hangt. De zwaarte wordt weliswaar opgeheven door de prachtige
subtiele onbenoembare kleur, maar het blijft steen. Van dichtbij echter, blijkt
het een doek te zijn met een minimale laag afgeschuurde verf.
Afstand
Door die rationele benadering
vermijdt Beppe Kessler dat er emotionele schilderijen ontstaan. Haar gevoel
voor materiaal en kleur zijn zeer intens, maar ze legt die intensiteit haar wil
op door te beschouwen en te onderzoeken. Als ze haar innerlijk rechtstreeks
naar voren zou brengen op het doek zou dat een expressionisme opleveren dat
niet strookt met haar beschouwende karakter.
Daarvoor is dus afstand
nodig, beheersing.
Het is trekken en duwen. Als
het mis gaat ontstaat er een te gecompliceerd, soms zelfs figuratief beeld, dat
onmiddellijk vernietigd dient te worden. Uitdrukking van de emotie in het
materiaal en in de beweging van de kleur lijken tot nu toe de beste weg om het
resultaat te bereiken dat ze zoekt.
In deze schilderijen heeft
Beppe Kessler de vorm gevonden die ze zocht om haar gevoelens weer te geven.
Een vorm waarmee ze nog eindeloos verder kan, die in feite geen grenzen heeft.
De ramen staan open.
Er valt veel onderzoek te
doen, naar de afmeting, naar het materiaal, naar de verf. Hoe kunnen de
beperkingen van de vlakke drager opgeheven worden. Kan je er gaten in prikken
of draden in mee laten doen. Kan er verf van achter door de gaatjes heen komen
(ja dus!!!) terwijl het nog wel een schilderij blijft. Kan je een naaimachine
gebruiken en daarna de draden kapot maken en ze mee laten doen in het oppervlak
zonder dat d‡t het schilderij als zodanig teniet doet. Ja dus.
Het lijkt nog maar het begin
van een lange weg. En als het begin, het fundament al zo goed is, dan kunnen we ons alleen nog
maar verheugen op hetgeen nog komen gaat.
Anneke Oele